De Stelt-Zuid is een van de eerste buurten in de Waalsprong waar ‘natuur-inclusief’ wordt gebouwd. Alle woningen krijgen nest(el)gelegenheden voor huismussen, gierzwaluwen en vleermuizen, terwijl de boomgaard, de variatie aan beplanting en de aanwezigheid van water in het gebied straks zorgen voor een gigantische biodiversiteit waar ook andere diersoorten van profiteren. Waarom dat zo belangrijk is en hoe wonen in het landschap er uitziet? We vroegen het Tanja Martens en Arnoud Janson, namens de gemeente Nijmegen bij het project betrokken.

Denk je aan de Waalsprong, dan leg je al snel de link met nieuwbouwwoningen die in redelijke sneltreinvaart hun plek vinden in een groeiend aantal wijken. Wie goed om zich heen kijkt, ziet óók dat de natuur op veel plaatsen de ruimte krijgt. En dat is niet zomaar, vertelt Tanja Martens, senior adviseur openbare ruimte bij de gemeente Nijmegen. ‘De Waalsprong was ooit een kleinschalig agrarisch natuurlandschap. Veel dieren hebben hier van oudsher hun basis, waaronder beschermde soorten zoals de steenuil, ransuil, kerkuil, buizerd, roek, rugstreeppad, poelkikker en grote modderkruiper. De gemeente Nijmegen heeft een Soortenmanagementplan (SMP) voor de Waalsprong opgesteld, met als doel om deze dieren te behouden en eventueel toe te laten nemen. Wat weer een positief effect heeft op de natuurlijke rijkdom en natuurbeleving.’

Rommelzones
‘In het SMP is dan ook heel goed gekeken waar precies we de natuur een plek geven’, vervolgt Arnoud Janson, senior landschapsarchitect en stedenbouwkundige bij de gemeente Nijmegen. ‘Buizerds, uilen en andere beschermde soorten gedijen het best in de rommelzones tussen de woonwijken en de natuur in de uiterwaarden. Dit buitengebied wordt in de Waalsprong gevormd door de Vossenpels, de Waaijer, Park Waaijenstein en de Dijkzone. In deze ring, die gevormd wordt door een ketting van landschappelijke ‘kralen’, richten we de openbare ruimte zo in dat groengebieden groot genoeg zijn en aansluiten op het omringende landschap, zodat dieren er kunnen blijven wonen, foerageren, eten of jagen.’

Bouwstijl aanpassen
Anders zit het met drie beschermde diersoorten die aan gebouwen zijn gebonden en daarom in woonwijken hun leefomgeving hebben. Tanja: ‘De huismus, gierzwaluw en vleermuis leven al eeuwenlang in de buurt van mensen, ook omdat huizen genoeg kieren, gaten en spleten hebben waar ze zich kunnen vestigen en verschuilen. Door alle bouwontwikkelingen in de Waalsprong krijgen ze er in potentie nog meer leefgebied bij. Alleen biedt de moderne manier van bouwen en isoleren deze soorten juist veel minder ruimte. Daarom verplichten we ontwikkelaars hun bouwstijl zo aan te passen dat woningen en gebouwen toegankelijk blijven, en wel door natuurinclusief te bouwen.’

Positieve reacties
Dit natuurinclusief bouwen beleeft Waalsprong-breed zijn primeur in de Stelt-Zuid. De wijk in de Lentse dijkzone gaat plaats bieden aan zo’n 270 boomgaard- en dijkwoningen en appartementen, een gymzaal, basisschool en veel natuur. De bouw is inmiddels gestart. Tanja: ‘Officieel heeft de gemeente in 2020 in overeenkomsten de verplichting opgenomen om natuurinclusief te bouwen, terwijl de vergunningen voor de Stelt-Zuid veelal in 2019 zijn aangevraagd. Gelukkig reageerden ontwikkelaars eigenlijk alleen maar positief. Ze vonden het juist leuk om vooruit te lopen op onze nieuwe groenambities voor de Waalsprong, te beginnen in de Stelt-Zuid.’

Speciale rekentool
Voor het in kaart brengen van het aantal in te bouwen natuurinclusieve elementen, maakten ontwikkelaars gebruik van een speciale rekentool, vertelt Arnoud. ‘De rekentool helpt te bepalen hoeveel en welke voorzieningen waar nodig zijn, op basis van verschillende onafhankelijke factoren. Zo is het onder meer belangrijk om te weten hoeveel grondgebonden woningen en appartementen er komen, hoe bouwblokken ten opzichte van elkaar zijn gesitueerd, en hoe het zit met windrichting, bezonning en verlichting. Al deze variabelen beïnvloeden het gedrag en daarmee het verwachte aantal huismussen, vleermuizen en gierzwaluwen.’ Tanja: ‘We vliegen het thema bewust zorgvuldig aan om te voorkomen dat vlak voor de bouwvergunningaanvraag pro forma snel nog een paar nestkastjes het plan in worden gefietst. Dat is absoluut niet de bedoeling. Sterker nog: natuurinclusief bouwen maakt integraal deel uit van het ontwerp. Daarom ben ik ook blij dat de meeste ontwikkelaars een ecoloog laten meekijken naar passende oplossingen.’

Match tussen mens en natuur
Intussen zijn de bouwactiviteiten in de Stelt-Zuid in volle gang en worden de contouren van de eerste natuurinclusieve buurt in de Waalsprong langzaam zichtbaar. Tanja: ‘In de Stelt-Zuid wonen mensen straks in het landschap. Normaal gesproken is het lastig om natuur naar woningen te ‘brengen’, omdat menselijk gedrag over het algemeen niet goed matcht met hoe natuur zich manifesteert. Mede dankzij het natuurinclusief bouwen lukt dit wél, omdat je elementen in woningen integreert op plaatsen waar mensen niet bij kunnen, maar toch wonen. Daarmee breng je mens en natuur letterlijk samen onder één dak. Al gaat het uiteraard om veel meer dan het aanbrengen van die nestvoorzieningen alleen.’

Schitterend groene etalage
Dat beaamt ook Arnoud: ‘De Stelt-Zuid ademt straks natuurinclusiviteit. Dit zit hem in de speciaal aangebrachte faciliteiten voor de vleermuizen, huismussen en gierzwaluwen. Maar minstens zo belangrijk zijn de aanwezigheid van een boomgaard en de grote diversiteit aan beplanting in de aanpalende struinzone en langs de watersingel. Struwelen, bosschages, hagen en vruchtdragende struiken worden zo gepositioneerd dat dieren er veilig zijn, voedsel vinden en zich kunnen voortplanten. Paul de Wit (projectontwikkelaar namens de gemeente, red.) zegt weleens gekscherend dat we een arboretum (verzameling bomen in een tuin of park, red.) gaan aanleggen, maar in de basis klopt wat hij beweert: de Stelt-Zuid wordt een schitterend groene etalage waar mens en natuur op een mooie manier bij elkaar komen.’